Orthodox Klooster van de Heilige Johannes de Voorloper

Kruisverheffing

Binnenkort vieren we weer het feest van Kruisverheffing. Het is een overwinningsfeest, maar we moeten wel beseffen wat die overwinning gekost heeft, namelijk. dat Christus, de Zoon van God, geheel mens maar ook geheel God, tot de verschrikkelijkste diepte deel heeft willen hebben aan ons menselijk lijden. Het is niet moeilijk ons voor te stellen welke helse pijnen gekruisigd zijn met zich meebrengt: de felle, steeds toenemende smarten, de onbedwingbare krampen die heel het lichaam uiteen scheuren, en onophoudelijk die totale machteloosheid. En in een vanzelf volgende reactie vragen we ons af waarom dit zo gebeuren moest.

Het is deze vraag die altijd weer in ons opkomt wanneer we ons oog richten op zo veel ontzettends wat er in onze wereld gebeurt. Volgens ons redeneervermogen is God almachtig, maar waarom laat Hij dit alles dan gebeuren wanneer Hij ook de God van liefde is? Hier blijkt weer heel duidelijk dat filosofie en alleen maar redeneren niet in staat zijn om dieper dan het oppervlak tot de Waarheid door te dringen. Het lijkt dichter bij de werkelijkheid te staan om met een kunstenares als Etty Hillesum medelijden te hebben met de arme God Die moet toezien hoe het Zijn schepping vergaat.

Toch kunnen we het niet laten over deze dingen na te denken: we hebben nu eenmaal hersens die willen begrijpen en verbanden zien. En dan kunnen we alleen maar constateren dat leven en lijden onverbrekelijk met elkander verbonden zijn. Dit is een klaarblijkelijk feit, ook al kunnen we met ons verstand er de noodzaak niet van inzien. En in Christus heeft God de consequenties van dit feit aanvaard.

Dit maakt het christendom tot iets unieks op deze aarde. Geen andere godsdienst of filosofie stelt deze werkelijkheid zo centraal. Altijd wordt getracht het lijden, die wezenlijke tragedie van het aardse bestaan, op een of andere manier weg te redeneren: als iets dat zich slechts in onze hersenen afspeelt; of een gevolg is van onze eigen slechte daden in een voorafgaand leven; of waarvan we ons moeten bevrijden door heel het bestaan als een illusie te zien; of op welke manier ook. Maar dat God Zichzelf tot deel maakt van Zijn schepping, juist om deze tragedie met ons te delen, die gedachte is in geen mensenhart opgekomen. En tegelijk ziet ons hart met een alles te boven gaande vreugde dat dit de diepste Waarheid is van ons bestaan. Het lijkt onmogelijk te zijn, en steeds weer komen er twijfels op of we ons niet aan een illusie overgeven, maar ons hart zegt: Ja!

Het geloof bestaat hierin dat we vertrouwen stellen in die roep van ons hart; dat we de angst overwinnen dat het maar een wensdroom is en we onszelf voor de gek houden. Die angst is het gevolg van onze kleinzieligheid, van onze neiging om alleen maar te willen zien wat vlak op onze huid zit, waardoor het zelfoverwinning kost verder in het rond te kijken naar de grootse werkelijkheid waarvan wij deel mogen uitmaken. Wanneer we onze ogen opendoen voor de majesteit van het heelal, voor het alles overtreffende wonder dat ‘leven’ heet, voor het nog grotere wonder dat wij ons daarvan bewust zijn, dat we ons kunnen verwonderen, dat we mogen liefhebben en bemind worden, tegen alle waarschijnlijkheid in, dan is het niet meer zo ondenkbaar dat God ons ook persoonlijk nabij is, en dat het bestaan een zin heeft.

Wanneer we die richtlijn van ons hart volgen dan hééft het bestaan zin, het bestaan met alles wat daaraan verbonden is; zelfs de agressie die blijkbaar noodzakelijk deel uitmaakt van het zich ontwikkelende leven. Het is een kracht waardoor elk levend ding in staat wordt gesteld om de moeilijkheden te boven te komen, die het gevolg zijn van het feit dat het leven alleen maar mogelijk is door een ragfijn tegen elkaar uitspelen van de grove natuurwetten.

Ons lichaam beschikt over natuurlijke verdedigingsmechanismen die ons moeten beschermen tegen al het parasiterende leven dat ons lichaam poogt binnen te dringen. Helaas kunnen deze zich gaan richten tegen de eigen cellen van ons lichaam, en daardoor de ellendigste ziekten veroorzaken. Zo kan ook de opbouwende agressie die de mens bezit om het in ons binnendringende kwaad te bestrijden, zich tegen de medemens richten en op die wijze een epidemie van moord en oorlog ontketenen.

Het christengeloof laat ons zien dat God bij dit alles geen werkeloos toeschouwer is gebleven, maar dat Hij persoonlijk deel heeft willen uitmaken van deze gebroken aardse werkelijkheid. Dat is de gekruisigde Christus Die ons gepredikt wordt: Christus Die de dood heeft ondergaan maar Die uit de dood is opgestaan als de oneindig Levende. En het Leven blijft niet in Hem besloten, maar het strekt zich uit over allen die er aan deel willen hebben, dus die in Hem geloven. Dit geestelijk leven volgt ook de wetten van het lichamelijke leven. Vanuit een klein begin kan het uitgroeien en steeds meer vorm geven aan ons gehele leven. Naarmate het geluk van deze nieuwe werkelijkheid tot ons bewustzijn doordringt, hebben wij deel aan de vreugde die het christen zijn met zich meebrengt.

Maar anders dan het lichamelijk leven, kan het geestelijk leven in ons niet groeien wanneer wij passief blijven: het eist onze actieve medewerking. We moeten ons ontdoen van de stoflaag der gewoonte waaronder ons innerlijk leven is bedolven. Ons aardse leven is zo vol, het wil onze gehele persoon en al onze tijd opeisen: werk, gezin, sociale omgang, vrienden, vacanties, verstrooiing, hobby’s, zelfs nietsdoen en zich vervelen. Het kost telkens weer inspanning om tijd vrij te maken voor ons innerlijke zelf: nadenken, de Waarheid zoeken, Christus ontmoeten in Zijn woorden, het Evangelie; dankbaar zijn voor alles wat we in dit leven hebben gekregen, dus bidden; naar mogelijkheden zoeken hoe dit Leven in ons handelen, en vooral in onze betrekkingen met anderen die op onze weg zijn geplaatst, zijn uitdrukking kan vinden. Ook dit oprechte zoeken is gebed.

Als christen bidden we echter niet alleen persoonlijk, in onze binnenkamer, achter gesloten deur, maar ook in gemeenschap, als Kerk: het liturgisch gebed. Juist dit liturgisch gebed is een van de machtigste hulpmiddelen om in contact te komen en te blijven met de innerlijke werkelijkheid die de zin van ons leven uitmaakt. Wanneer we meeleven met die gebeden door de gang van het Kerkelijk Jaar, dan ontmoeten we een grote rijkdom aan gevoelens en inzichten die ons het gehele spectrum van geestelijke mogelijkheden voor ogen stellen. Deze leren ons een grote verwondering over het goddelijk Heilswerk; ze geven uiting aan onze diepe dankbaarheid, “eucharistia”; ze zijn vervuld van meeslepende schoonheid.

Zo komen we terug bij ons uitgangspunt: het feest van Kruisverheffing. Het is een Dienst met een grote rijkdom aan gedachten en gevoelens die op allerlei manieren tot uiting worden gebracht. Het is een wonderbaar samenvlechten van bedroefd medelijden en vreugdevolle triomf die aan dit feest een volkomen eigen klank geeft.

Het hoogverheven Kruis roept heel de schepping op om het onbevlekte Lijden te bezingen van Hem Die erop verheven werd. Want op het Kruis heeft Hij ter dood gebracht de moordenaar die ons gedood heeft. Daarop ook heeft Hij de doden ten leven opgewekt; Hij heeft hen gereinigd in Zijn barmhartigheid en grenzeloze goedheid, en hen daardoor waardig gemaakt om in de hemel te leven. Laten wij ons verheugen en Zijn Naam verheffen, en Zijn uiterste lankmoedigheid verheerlijken.

Toen hij zijn handen ten hemel hief was Moses uw voorafbeelding, en daardoor deed hij Amalek vluchten, o vererenswaardig Kruis. Gij zijt de trots der gelovigen, de vertroosting der vervolgden, het sieraad der Apostelen, de verdediging der Gerechten, en de verlossing van alle Heiligen. Daarom verheugt zich de gehele schepping bij uw Verheffing, en viert feest om Christus te verheerlijken, Wiens eindeloze goedheid door u verenigd heeft wat eerst gescheiden was.

Op Calvarië werd de Boom van het ware Leven geplant: de Boom waarop de Koning der eeuwen ons heil heeft bewerkt, en die heden verheven wordt in het midden der aarde. De Engelen verheugen zich in de hemel, en de mensen juichen op de aarde. Laat ons met David roepen: Verhef de Heer, onze God, en val neer voor de steun van Zijn voeten; want heilig is Hij Die aan de wereld de grote genade verleent.