Orthodox Klooster van de Heilige Johannes de Voorloper

1

Profeten in verwachting van de Messias

De tijd van de voorbereiding voor Kerstmis brengt door de Advent-diensten iets terug van de gespannen Messias-verwachting die het Joodse land beheerste in de eeuwen voor de komst van Christus. We horen weer de stem van de oude Profeten die het volk moesten voorbereiden op de ontmoeting met God.

Wat zijn eigenlijk profeten? In ons taalgebruik is een profeet iemand die de toekomst voorzegt. Maar al is dit voorspellen het spectaculairste deel van hun optreden, hun eigenlijke taak lag op een meer innerlijk niveau. Dit wordt mooi tot uitdrukking gebracht in de naam waarmee ze in de oudere bijbelboeken worden genoemd: “Ziener”. Zij zijn gezegend met een bijzonder zintuig voor het waarnemen van de geestelijke werkelijkheid.

Een der oudste profeten was de Ziener Bileam, die door de koning van Moab werd geprest om het uit Egypte binnenstromende volk van Israël te vervloeken. Hij wilde echter uitsluitend zeggen wat God hem openbaren zou: Hier spreekt Bileam, de zoon van Beor, de man wiens ogen gesloten zijn, maar valt hij neer, dan opent God hem de ogen... Ik zie Hem, maar niet nu; ik aanschouw Hem, maar niet nabij... Een Ster zal opgaan uit Jacob, een Staf zal oprijzen uit Israël... En inplaats van Israël te vervloeken, verkondigt hij de zegen waarmee God dit volk gezegend had.

Een profeet, een “voorzegger”, was niet zozeer iemand die voorzeggingen doet, maar een persoon die voor iemand spreekt, die Gods woord en raadsbesluit bekend maakt. Daarbij komen vaak ook toekomstige gebeurtenissen in beeld, niet zozeer als voorspelling, maar omdat ze aanwezig zijn in het eeuwige NU van God. In deze zin zegt Christus ook dat heel de Schrift over Hém spreekt, en zo hebben ook de eerste christenen het verstaan.

De eerste der grote profeten is Abraham. Hij staat aan het begin van een geheel nieuwe episode in de wereldgeschiedenis. Met hem breekt het inzicht door dat er slechts één absolute scheppende Macht bestaat, de Oorzaak van ALLES wat bestaat. Het was een besef dat zozeer in volstrekte tegenspraak stond tot heel het toenmalige levensgevoel, dat hij genoodzaakt werd om weg te trekken uit Haran, zijn vaderland, en als emigrant zijn heil te zoeken in een onbekend gebied. Want dit geloof dat hij door moest geven aan heel zijn nageslacht, was nog kwetsbaar in de gedachten der mensen, en moest door afgescheiden zijn, en andere maatregelen, worden beschermd. Want het ging niet om een abstract begrip over de oorsprong van de wereld, maar om een rechtstreekse verhouding met deze Schepper Die Zich zozeer voor deze ontwikkeling interesseerde dat Hij met Abraham een Verbond sloot, met wederzijdse verplichtingen. De verplichte besnijdenis zou het teken zijn dat het uit Abraham stammende volk een uitverkoren volk zou zijn onder alle mensen op aarde.

Het is de grote Moses die onder de moeilijkste omstandigheden aan dit Verbond een scherp omschreven vorm zou geven, waardoor een wijd uitgegroeide familie tot een specifiek volk zou worden, en die daardoor een der voornaamste grondslagen legde voor de zgn. westerse beschaving. De nakomelingen van Abraham waren na een briljante intocht onder Josef, tot zware slavernij in Egypte vervallen. Zij hadden verschillende eeuwen in deze toestand geleefd, en het slaaf zijn was nu de gewone levensomstandigheid geworden, die in elk geval een minimale bestaanszekerheid bood. Moses is de man die in goddelijke opdracht er in is geslaagd om deze angstige en aarzelende groep te bezielen om zich te verzetten tegen een verpletterende overmacht, en in de woestijn een volkomen onbekend lot tegemoet te trekken zonder dat hun een enkele zekerheid werd geboden.

Het werd een tientallen jaren durende dwaaltocht vol ontberingen door de tussen Egypte en Kanaän gelegen woestijn. Het Gods-besef van Abraham was in de loop der eeuwen vrijwel verloren gegaan. Het was Moses’ bovenmenselijke taak dit weer tot leven te wekken en in de tegenspartelende geest van het volk tot centraal levens-principe te maken. Het was de macht van zijn persoonlijkheid en van zijn volstrekte toewijding, die zichtbaar door God werd bijgestaan, die het mogelijk maakte dat de Tien Geboden de grondwet werden van een nieuw bestaan, dat geheiligd werd door de grondslagen van de nog in te voeren tempeldienst. Eerst toen de oorspronkelijke emigranten gestorven waren en er in de woestijn een nieuw geslacht was opgegroeid dat met nieuwe moed was bezield, werd het mogelijk om een vaderland te vinden waar men zich kon vestigen. Zelfs Moses zou geen deel hebben aan dit nieuwe begin, hij mocht het Beloofde Land slechts uit de verte aanschouwen.

In het leven van Moses, de verlosser van het volk Israël, is veel te vinden dat wijst op het leven van Christus, de Verlosser. De doortocht door de Rode Zee is de tocht door het lijden heen naar de verlossing. Het Pascha dat hij de nacht voor de Uittocht liet vieren werd door Christus opgenomen in Zijn Pascha van Lijden en Opstanding en het Mysterie van Zijn heilig Lichaam en Bloed.

Het is zijn leerling Josua die leiding geeft aan het volgende hoofdstuk van de heilsgeschiedenis. Dit werd een zware strijd. Het was niet meer als in de tijd van Abraham, die met zijn stam op vreedzame wijze een plaats gevonden had in Palestina. Het vruchtbare gebied rond de Middellandse Zee was in die tijd gevuld geraakt, en de betreffende volkeren waren niet gezind om goedschiks hun plaats af te staan. Die plaats moest in harde oorlogen in de volgende eeuwen worden veroverd. Het volk werd daarbij aangevoerd door profetische gestalten, meest mannen maar ook enkele hoog vereerde vrouwen: het tijdperk der Rechters. Niet de grootste maar wel de bekendste onder hen is de tragische figuur van Samson, de held met zijn geweldige lichaamskracht, die te gronde ging door de verleidelijke Delila.

De laatste van de Rechters is de profeet Samuel, een aantrekkelijke figuur in een wereld van ruwe krijgshelden. Reeds de beschrijving van zijn geboorte wekt vertedering. Anna, de beminde vrouw van Elkana, bleef vele jaren kinderloos. En wanneer zij schreide van verdriet vroeg Elkana haar: Waarom huil je toch zo, Anna? Waarom eet je niet en ben je zo bedroefd? Ben ik voor jou niet meer waard dan tien zonen?

Toen tenslotte de kleine Samuel geboren was, zong Anna een jubellied dat vele eeuwen later het schema zou vormen van het Magnificat van de heilige Moeder Gods. De jongen werd volgens Anna’s gelofte opgevoed in de Tempel bij de hogepriester. Daar leerde hij de Heer “kennen”, en daar ontwikkelde zich zijn profetische begaafdheid. Hij had de liefde van het volk, maar naar de smaak van de aanvoerders was hij te zachtzinnig. Zij wilden een werkelijke heerser hebben, een koning zoals de andere volkeren. Op den duur kregen zij hun zin en Samuel zalfde eerst Saul, en toen deze zich van God afkeerde zalfde hij David tot koning.

Met David begint een nieuwe periode voor het volk van Israël. Zijn leven laat zich lezen als een avonturenroman. Saul had David in dienst genomen na diens overwinning over de Filistijnse reus, maar moest vanzelfsprekend niets meer hebben van deze concurrent, toen de knappe jongeman steeds populairder werd bij het volk. Nadat zijn vriend Jonathan, de zoon van Saul, David had gewaarschuwd, sloeg deze op de vlucht en leidde met zijn manschappen het leven van een roverhoofdman, waarbij hij zonder aarzelen gebruik maakte van zijn aantrekkingskracht voor vrouwen. Dit was wederzijds, en later als koning kwam hij daardoor diep ten val.

David was veelzijdig begaafd. Hij had een helder politiek inzicht en onder zijn bestuur kwam het land tot bloei en breidde zich uit met een invloedssfeer die nog veel verder reikte. Onder hem werd het koningsschap vast gevestigd. Hij wist de bekwaamste leiders aan zich te binden en had een groot vermogen tot vriendschap. Maar hij was ook tot misdaden in staat wanneer hij door lust was bevangen. Toch was deze gecompliceerde mens tegelijk een diep religieuze persoonlijkheid. Hij was een groot dichter en zijn religieuze liederen, de Psalmen, behoren sinds drieduizend jaar tot de wereldliteratuur en vormen nog steeds de grootste gebedsschat van alle christelijke Kerken.

Juist omdat de Psalmen zulk een innig contact hebben met het goddelijk niveau, bezitten ze vaak een profetisch karakter. Christus zegt nadrukkelijk dat de Psalmen over Hém spreken. Bij sommige, bijvoorbeeld Ps. 21, is het alsof de psalmist ooggetuige was van Christus’ kruisiging, die toch pas duizend jaar later geschiedde. Andere lofpsalmen, zoals bijvoorbeeld. Ps. 103, lijken rechtstreeks uit Zijn mond te stammen. David is de eerste Gezalfde geweest, Messias of Christus, een term die in de loop der eeuwen een steeds meer specifieke betekenis heeft gekregen tot de volheid van die term bereikt werd in de persoon van Jesus van Nazareth.

Het zijn de latere Profeten die in deze ontwikkeling de hoofdrol hebben vervuld. Over hen zullen we een andere keer moeten spreken.